101 Familiedagboek der kosters van Adegem
1778 Arch. De Keyser-Pots
Met vermelding van de benoeming tot kosters der parochie Adegem en in possessie gesteld door d’Heer Eerw. Jacobus Blomme Landtsdeken en pastoor in Eecloo, op den 18e januari 1778. Na hem worden er nog als kosters vermeld Bernardus Den Dauw en ook zijn zoon Phillippus Den Dauw.
H N
102 Nomination de Marguiller 1809 Arch. De Keyser-Pots
Benoeming in het Frans opgesteld waarbij Mgr. Maurice-Jean-Magdeleine De Broglie, Bisschop van Gent, Bernard Den Dauw benoemde tot Kerkmeester van de Gemeente Adegem, op 19 april 1809.
J D K
103 Muziekboek 1784 Arch De Keyser-Pots
In handschrift der kosters Bernardus en Phillippus Den Dauw. Jaar 1784
JDK
104 Andere kerkbedienden
J. De Baets vonden we tot in 1844 als organist. Koster en organist waren niet steeds dezelfde persoon. (1). De organist moest zorgen dat hij een orgelblazer had. In 1837 werd deze karwei opgeknapt door Josephus Francies Blancke. (2). In de eerste helft van de vorige eeuw vinden we Pieter Joannes Martens als kerkbaljuw. Leopardus de Vulder werd het in 1857. (3). In de kerkrekening van 1765 is Jan Martens, voorvader van Pieter Joannes baljuw. Zoals men kan lezen knapte hij allerlei werkjes op voor de Kerk. (4)
H N
105 Kledij Suisse
“Eerbied in Gods huis”
Voor velen een vertrouwde spreuk. De “suisse” was een indrukwekkende verschijning. Met de steek en de hellebaard als attributen handhaafde hij de orde in de kerk. In vorige eeuwen mocht de baljuw zich om de twee jaar een nieuwe “livrey” aanschafien. De laatste suisse was de h. Willems.
H N
106 Stok en beeldje Adrianus (roededrager)
De roededrager of “pijke” was ook een zeer typische verschijning in onze kerk. Hij ging voor de pastoor toen die de gelovigen voor de hoogmis zegende, en stond in het hoogkoor tijdens de H. Mis. Laatste pijke was Kamiel Sierens.
H N
107 Verkoop bomen 1726
Op 14 juli beval de deken - na een visitatie - extra uitgaven te doen voor de koop van “twee nieuwe silvere vaeten om daer inne de h. olien te stellen” en “tsaemen oock den vont van buyten af te sluiten...”. Om deze extra uitgaven te kunnen bekostigen vroegen de kerkmeesters de toelating om bomen te mogen verkopen. Dit werd toegestaan, op voorwaarde dat men andere bomen zou planten.
H N
102
108 Verkoop bomen 1760, 1777
Op 12 december 1760 werd nog eens de toelating gevraagd om bomen te mogen verkopen. Het ging om “eenige noote boomen op het kerckhof schaedelijck aen de kerke, mitsgaenders eenige eecken boomen”. Het geld diende om het tekort van de kerkrekening aan te vullen en om “nootsackelijck ornamenten” te kopen. De Brugse bisschop gaf de toelating : “ende daerenboven soo veel andere plantsoenen volgens den heesch vanden grondt in de plaetse te planten, als er gevelt zullen worden...” (1) Nog in 1777 werden bomen verkocht om een nieuwe kerkvloer te kunnen leggen “die de kercke hoogelijckx van noode heeft...”.
H N
109 Inventaris 1842
“Inventaris der titels, papieren en inlichtingen behoordende tot de kerkfabriek van Adegem”. Dit boek werd opgesteld overeenkomstig het Keizerlijk decreet van 30 december 1809. Alles wat zich in de kerk en pastorij bevond werd nauwkeurig genoteerd. In 1848 stelde men een nieuwe inventaris op. Bij de afgevoerde kerkmeubelen treffen we een kruisweg in 14 statiën aan. Verder verdween nog een oud tabernakel en een herstelde communiebank.
H N
110 Predikstoel 1828
Op 25 februari 1828 verschenen de “Conditiën van aanbesteding van den Nieuwen Prediktstoel in de Parochiale Kerk van Adegem”. (1). Er verscheen een “insertie” in de “Gazette van Gend en van Annoncen” en een in de “Nieuwe Gazette van Brugge”. (2). Jacobus Francies D’Haenens, timmerman te Adegem was de minstbiedende, en Johannes Vyncke, schrijnwerker van Maldegem, zou het werk uitvoeren voor de som van 449 gulden “nederlandsche”. (3). De predikstoel werd in november 1828 geplaatst (4), Philippus Den Dauw, kosters zoon schilderde hem. (5). Bij de bouw van de nieuwe kerk werd de preekstoel afgebroken door J.B. van Quathem, terwijl L. De Vreese, aannemer der kerk, hem op 8 december 1843 terug plaatste voor de som van 65 frank. (6-7). Wat betreft het beeld onder de predikstoel vonden we in de Inventaris van 1842 het volgende : “Prediktstoel, ondersteund door een beeld voorstellende de Heilige Kerk”.
H N
111 Kerkstoelen 1834
Op 26 december om 3 uur in de namiddag werden in de kerk 450 kerkstoelen verhuurd voor de tijd van een jaar. Er werd “aen de menigte vergaderde personen met luyder en verstaenbaere stemme...” lezing gedaan van de voorwaarden. De bekendmaking van deze verhuring gebeurde op zondag 7, zondag 14 en zondag 21 december vanop de preekstoel en aan de deur van het Gemeentehuis. Judocus Coopman bood 1055 frank in naam en voor rekening van Francies Roels werkman van Adegem. Dit bod werd aangenomen. In de voorwaarden staat o.a. op welke dagen de huurder geld mocht ophalen, bij wie, en de regeling met de zangers op het doksaal.
H N
103