72 Capellerekening 1703
In onze kerk bestaat vanouds een Broederschap van het Heilig Schapulier.
Dit broederschap stond in voor het onderhoud en het herstel van de “Capelle van Onse Lieve Vrouwe”. De kapel beschikte over eigen inkomsten, o.a. van de pacht van 400 roeden land (Maasbone). Ook heel wat “jongsten en ghiften” mocht men in ontvangst nemen. Men had tevens een “block” staan in de kerk. In 1703 word er voor het eerst een rekening ingediend door “de regierders van de respectieve capellen van Onze Lieve Vrouwe ende St. Adrianus”.
H N
73 Capellerekening 1698
De oudste Capellerekening dateert uit het jaar 1698. We lezen er dat Bernard Crispijn, “temmerman van synen style” 6 schellingen heeft ontvangen over “et vermaecken de molure van het beelt van o l Vrouwe, mits het boort daar de flambeeusen in rusten”.
H N
74 Capellerekening 1707
Jacques Catelaen ontving 22 ponden en 10 schellingen voor “het marberiseren van het autaer St. Adrianus, maecken en leveren van een beelt van O.L. Vrouw en een van St. Adriaen”. Deze beelden werden gebruikt voor de ommegangen. De overeenkomst met beeldhouwer Catelaen dateert van 20 juli 1706.
H N
75 Capellerekening 1777
In 1777 werd een nieuw O.L. Vrouwbeeld aangekocht. “item betaeld aen Dhr L. Lorreny de somme van dry en dertig ponden vier schellingen en acht grooten courant over verschot van gelde by hem gedaen tot het maecken van een nieuw beeldt van onse Lieve Vrouwe per qtie”.
H N
76 Parochierekening 1754 Rijksarchief Brugge
Kerkrekeningen geven ons een beeld van inkomsten en uitgaven van de kerk terwijl parochierekeningen ons inkomsten en uitgaven van de parochie meedelen. Parochie betekende vroeger niets minder dan gemeente. Alhoewel onze gemeente tot het ambacht Maldegem behoorde, werd er toch van elke gemeente een afzonderlijke rekening opgesteld. In deze rekening lezen we dat Jacobus Danckaert, schoolmeester drie pond heeft ontvangen “over een jaer gratis geleert te hebben de aerme kinderen deser prochie tot de leeryn in zyne schole”.
H N
77 Parochierekening 1739
In deze rekening vinden we als onderwijzers Jacobus Danckaert en Ryckaert Speeckaert. De grootste kwaliteit van een goed onderwijzer was schoon schrijven. Barbara Buysse zakte in haar examen (in 1712). Deken Kerremans gaf als reden : “Gelet op het geschrift en het spellen oordelen hetselfe te wesen om noch geleerd te worden ende niet om anderen te leren”. (D. Verstraete, Appeltjes n° 7).
H N
94
78 Landboek Adegem 1640-1641 (twee delen) Rijksarchief Gent
Het oudste landboek van Adegem bevindt zich in het Rijksarchief te Gent. Het bestaat uit twee delen en geeft heel nauwkeurig perceel per perceel de oppervlakte aan “met maete van het Brugsche Vrije”, alsook de belastbare oppervlakte en natuurlijk de eigenaars. Dit werk werd tijdens de jaren 1640 en 1641 door de landmeters Jan de Zuttere en Jan van de Velde uitgevoerd. Adegem werd toen verdeeld in 25 beginnen, d.w.z. 25 secties. Jan de Zutter nam de eerste 19 beginnen voor zijn rekening. Die beslaan het noordelijk deel van onze gemeente en tellen 3161 gemeten en 11 roeden. Van de Velde werkte aan de overige beginnen. Beide landmeters hadden daartoe opdracht gekregen van het bestuur van het ambacht in de zitting van 27 december 1639. Zoals men kan zien werd elke wijziging door een ambtenaar in het landboek aangetekend.
H N
79 Landboek Adegem 1765 Archief gemeente
Door steeds maar veranderingen bij een perceel te schrijven werd het landboek tenslotte onbruikbaar. Er staan soms tot dertig veranderingen bij een perceel bijgeschreven, wat de duidelijkheid niet in de hand werkte. Daarom werd in 1765 een nieuw landboek opgemaakt. Landmeters Josephus Franciscus Lammeire en Josephus Leopoldus Heems kweten zich van die taak. Ze maakten daarbij gebruik van de vorige landboeken en van het bosboek dat eveneens in het Rijksarchief te Gent berust. Vermelden we nog dat het tweede deel van dit prachtig werk spoorloos verdwenen is. Het boek is inderdaad verlucht met fijn getekende kaarten die we in vorige landboeken helaas moeten missen. In 1782, bij het aanleggen van de “calseyde” weg van Brugge naar Gent werden alle percelen langsheen deze baan “vermindert” (d.w.z. onteigend) met een bepaald aantal roeden.
H N
80 Landboek Adegem 1765 Rijksarchief Brugge
Landmeters Lammeire en Heems maakten werk van “den nieuwen ommeloper”. Deze katernen vormen eigenlijk het “ontwerp”. Gelukkig dat dit bewaard is gebleven want anders wisten we niet meer hoe het zuidelijk deel van Adegem eruit zag, wie de eigenaars waren enzomeer. Alleen het 13e begin ontbreekt, maar dat zit gelukkig in het landboek dat op het Gemeentehuis berust.
H N
81 Kaart Popp 1850-1860 ?
Popp tekende voor heel wat gemeenten uit ons land kadasterkaarten. Tevens zorgde hij voor de bijhorende legger. Daar Popp dit werk commercieel opvatte liet hij de datering achterwege. Adegem is ondertussen niet meer verdeeld in beginnen, maar in secties, zoals het nu nog steeds is.
H N
82 Legger bij kaart Popp Pieter van Cleemput
Zoals men ziet is de grootste eigenaar in Adegem het Sint-Janshospitaal van Brugge met niet minder dan 109 ha 33 a 40 ca.
H N
95