Omtrent Adegem - Catalogus van de tentoonstelling (13)

64 Armenzorg Archief gemeente
Nog in verband met de armenzorg troffen we in het archief van de COO (nu OCMW) deze boeken aan : de beraadslagingsboeken van het bureel van Weldadigheid en van de Commissie der Burgergodshuizen.
Bureel van Weldadigheid 1854-1899
idem 1899-1914
idem 1914-1928
Commissie van Burgergodshuizen 1863-1900
idem 1901-1925

H N

65 Kerkrekening 1633
Kerkrekeningen vormen een onschatbare bron voor de wedersamenstelling van het parochiaal leven in vorige eeuwen. De oudste kerkrekening uit het kerkarchief dateert uit het jaar 1633 en slaat op de jaren 1630, 1631 en 1632. In deze rekening is er sprake van de bouw van een “cruyscapelle”. Er werden belangrijke sommen voor uitgegeven. Het betreft hier waarschijnlijk de O.L. Vrouwkapel, die met het bouwen van de nieuwe kerk volledig is verdwenen.

H N

66 Bewijsstukken bij de rekeningen, 1668-1670 Rijksarchief Brugge
Wanneer een inwoner van de parochie een werkje opknapte op bevel van schepenen of burgemeester, of wanneer hij om een of andere reden geld tegoed had van de hogere overheid, dan moest hij een briefje schrijven waarmee hij zich naar de ontvanger begaf. Daar kreeg hij dan het verschuldigde bedrag. Al deze briefjes werden nauwkeurig bewaard ter staving van de uitgegeven bedragen als men op het einde van het jaar de rekening indiende. We vonden heel wat briefkens over “theere” van soldaten en over logement van soldaten bij burgers. In 1667 was er een onkostennota “van de predecant d’hoore af te snijden”. Er werd betaald voor de ommegangen (9 juni 1667), voor de “schouwinghe van quade straeten”, voor het bezoek van “mevr de graeve van Montery als zij in de kercke van Adeghem was”, om “avont en nuchten de clocke te luyden” enz.

H N

67 Inkomsten en uitgaven pastoor 1695
In 1695 hield pastoor Mussele stipt zijn inkomsten en uitgaven bij. De uitgaven sloegen hoofdzakelijk op zijn huishouding. Zo kocht de pastoor:
een pot wijn 0-2-2
25 eyers 0-1-1
brandewijn 0-1-8
tonne dobbel bier 1-8-9
een tonne bier 1-0-0
een pot boter 1-1-4
een quartier calfvlees met de levere 0-5-2
voeren van pastoor naar Brugge 0-1-0
platboons, mostaert, sout, sole (?)
en andere specerijen 0-3-2
twee witte broden 0-1-0

HN

92

68 Kerkrekening 1771
“tusschen den 7e en 8e april is den kerckeblock geforceert ende gelicht door de dieven, synde daer te vooren ghelicht den 28 augustus 1768, was 19 maenden geleden ende daer ’t sedert ommeghehaelt met de schaele van by den rendant daer van notitie ghehouden tot datter eenen nieuwen block was...” Een nieuwe offerblok, met “iserwerck”, een nieuw slot en vier “sloters” werd geleverd door Paulus van Swynsvoorde uit Eeklo voor 2-6-8. Inbraken in kerken zijn dus niets nieuws.

H N

69 Resolutieboek 1814-1836
Dit resolutieboek bevat de verslagen van de vergaderingen van “den Raed der Kerk fabriek” en dit van 1814 tot 1836. Dat het in 1825 eveneens onveilig was bewijst het verslag van de vergadering van 10 april 1825. Uit
veiligheidsoverwegingen zullen “de heylige vaten en zilverwerk” overgebracht worden naar het huis van koster Bernardus Den Dauw. Het zal er bewaard worden in “eenen coffer met yzere banden en dry sloten”.

H N

70 Kerkrekening 1777
Pieter van Hecke, metselaar ontving 7-9-4 voor de levering van 10 zakken kalk en “een duyst steen” tot het opmetsen van een muur boven het St. Hubertus altaar. Hij ontving nog 2-4-6 van “elf daeghen en een schot te metsen tot het ophooghen den coor van St. Adrianus met het haelen van het sant en dry deaghen het dienen van de metser”.

H N

71 Kerkrekening 1790
Laatste oude rekening uit het archief. We lezen erin dat op 9 februari 1788 het hofstedeken in het Westeindeke, dat vanouds aan de kerk toebehoorde, publiek verkocht is. Pieter van de Voorde toenmalig pachter kocht het. Het hofstedeken is nu totaal verdwenen.

H N

Kerkrekening 1633. Cat. 65.
In deze kerkrekening is er sprake van de bouw van een kruiskapel. Op dit detail lezen we: “Betaelt aen Lieven daselaere / de some van twintigh schellijn gr / en neghen groote dat tot sijnen huise / verteert was bij de kerckmeester / pasters en besteders van cappelle te / metsen en decken en bij sijne suene sant / te delfven en steen schoon te maecken/...”

93