Omtrent Adegem - Adegem, een korte historiek (5)


-
Omtrent Adegem - Adegem, een korte historiek (5)

De Adegemse kerktoren is een parel van Romaanse bouwkunst
De Adegemse kerktoren is een parel van Romaanse bouwkunst. Voor een paar jaar werd hij prachtig gerestaureerd. De zuidelijke transeptgevel, eveneens geklasseerd, wordt eerlang hersteld.

toe op listige wijze de republikeinen wist te verschalken. Eens verborg hij zich onder de was in een wasmand die naar de bleek gedragen werd. Dan weer was hij als boereknecht verkleed en reed fluitend en zingend, gezeten op een mestkar, ongehinderd de republikeinen voorbij. E.H. Welvaert werd later pastoor te Adegem van 1821 tot 1834. Zijn grafsteen is ingemetseld in de buitenmuur van het oudste gedeelte der kerk (zuidgevel).

In september 1798 wordt de verplichte krijgsdienst ingevoerd (de conscriptie). Ongehuwde mannen van rond de 20 jaar moesten loten. Verschillende Adegemnaars stierven in dienst van Napoleon in Spanje (o.a. Jean- Pierre Crul en Cornil-Bernard Matthys, beide overleden te Burgos respectievelijk in 1809 en 1810). Er stierven ook enkelen in een hospitaal in Frankrijk door ziekte of verwonding (o.a. Pierre-Jean De Ruyter, Claeys Jean-Baptiste en Van de Voorde Cornelis, allen overleden te Sedan 1807).

In 1801 sluit Napoleon een concordaat of overeenkomst met de paus. De godsdienstbeoefening is weer vrij. De vroeger verbeurd verklaarde goederen (= zwart goed) bleven aan de bezitters maar als schadevergoeding kreeg de seculiere geestelijkheid een jaarlijkse vergoeding. Er kwam een nieuwe indeling van de parochies, dekenijen en bisdommen. Onze parochie

14


gaat van de dekenij Aardenburg over naar deze van Eeklo en komt aldus onder het bisdom Gent. In 1804 wordt een gedeelte van onze parochie (Balgerhoeke en Raverschoot) afgestaan aan de parochie van Eeklo.

Na de nederlaag van Napoleon komt in 1815 het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden tot stand. De taal van de administratie die voorheen Frans was, wordt terug Nederlands. In 1830 scheiden de Zuidelijke Provincies zich af van het Noorden en komt het onafhankelijk België tot stand. Ter bescherming stelt elke gemeente een “garde-civique” in. Op de gemeenteraad van 21-2-1831 wordt overgegaan tot de “kiezing van de titularissen der graden” van de Adegemse burgerwacht.

Daarvoor kwamen 550 mannen in aanmerking die onderverdeeld werden in 4 compagnies. Deze verkiezing werd later ongeldig verklaard. Op de gemeenteraad van 20-4-1831 worden de titularissen van “den eersten ban der burgerwacht” gekozen. Ze bevatte 139 manschappen die in een compagnie werden verenigd. De kapitein-kommandant werd Carel Francies De Rijcke en een der onderluitenanten Carel Francies Swanckaert. Op de gemeenteraad van 19-5-1831 werd overgegaan tot de “kiezing van de twee agterbans der burgerwagt”. We noteerden enkele bekende namen :

1e compagnie: als kapitein-kommandant Pieter Francies Tytgadt, als luitenant Philippus den Dauw, als onderluitenanten Philippus Potvlieghe en Bernardus Willems.
2e compagnie: als capt-cdt Francies Lippens, als luitenant Carel Bernard Pots.
3e compagnie: als capt-cdt Amandus Deweert, als luitenant Jan Baptiste den Dauw, als onderluitenant Bernaert Van Cleemput.
4e compagnie: als sergeant Bernardus D’have

Helemaal links staat er bijgeschreven dat “bij proces-verbaal van 20-5-1831 zijn benoemd voor etat major van de vierde ban de heren Philippus Ferdinandus Willems, major, Petrus Deweert adj. major, Francies Pots hulpchirurgijn major, Cesar van de Velde onder hulpchirurgijn, Petrus Willems adj. onderofficier en Ph. De Smidt Tambour-maître”.

In 1842 wordt beslist de parochiekerk grondig te verbouwen. De aanleiding daartoe was een omzendbrief van de geestelijke overheid die wees op het grote gevaar van kerken die in slechte staat waren. Het jaar daarvoor was een kerk in Limburg ingestort waarbij vele doden vielen, voornamelijk kinderen. Dit gaf de stoot om de kerk die in zeer slechte staat was te laten verbouwen. Het gebeurde onder het impuls van pastoor Serafien Van Herrewege. De vorige kerk werd met uitzondering van de toren en een zijbeuk volledig afgebroken. Het altaar stond vroeger waar nu het H. Hartbeeld staat en de ingang was aan de tegenovergestelde kant gelegen. Men kwam dus binnen langs de westzijde. Om de nieuwe kerk te kunnen bouwen moest men land verkopen ; dit bracht in totaal 15.253 frank op. De plakbrief van de verkoop is bewaard gebleven. De instel had plaats in het “Daemberd” bij Jan Francies De Smidt op 18 juli 1842. De definitieve toewijzing gebeurde op 1 augustus in “Het Gemeentehuys” bij Francies Van de Genachte. Van de 24 kopen werden er 7 niet toegewezen. Het was voornamelijk zaailand en enkele stukken kapbos. De nieuwe kerk werd geconsacreerd in 1845 door Mgr Delebecque, bisschop van Gent.

In 1842 kwam er een wet op het onderwijs, dat vroeger overwegend privaat was. Nu kwam de verplichting dat elke gemeente minstens een lagere school moest voorzien in een passend lokaal. Men mocht ook een private

15