Om de « uytersste arroganche en bouleteyt, het verder vallen mitsgaeders het voorcomen van den onderganck » van veel inwoners van het Ambacht werden volgende maatregelen « in eendracht ghenomen den overlast van hun gemeente ende de miserabele gesteltenisse van den tydt, mitsgaeders op alles vrijelijck geleth » :
1. Het werd voortaan verboden « den meije te zingen waerdoor een buytengewoon en ontijdigh vechten wordt gecauseert tsij met alsdan te schieten ofte andersints in de herberghe bedronckt synde wanneer opgedroncken wordt tgonne ter dier cause ommeghehaelt is ». De overtreders mochten zich aan een boete van 3 pond verwachten.
2. « Expressivelijck verboden : het schieten met de fusique, pistole ofte ander schietende instrumenten ter oorsaecke van enighe gecontracteerde huwelijcken ofte op een ander pouvoir, waerdoor de publieke ruste van de gemeente wort gestoort ende mear alleenlijck uytgevonden om occasie van drincken en schweiren te hebben ende bedrinckt sijnde excessen ende brutaliteyt te committeren ». Hier ook werden de overtreders met een boete van 5 pond bedacht.
3. Het schieten van « den vogel ofte vogelen waervoor gheen octrooi en is verleent » was eveneens verboden.
4. Uit den boze werden geacht « beroepsspelen met de bolle voor een tonne bier, d’een prochie jeghens d’andere ofte den eenen wijck jeghens eenen anderen ». Het « veroots bollen » (om het verst) kon ook niet toegelaten warden « ter voorcommen van onghelukken ». Boete : 5 pond.
5. Tenslotte werden alle « toonneelspelen sonder permissie verbannen ». Overtreders dienden slechts 3 pond te betalen.
Of dit reglement alle uitspattingen aan banden legde is een andere zaak !
Iets minder dan een eeuw later - in 1872 - keurde de Adegemse gemeenteraad in zijn zitting van 6 november, een « allernootzakelijkst » reglement betreffende het herbergbezoek goed. Tijdens de wintermaanden mochten de herbergen open blijven tot 9 uur ’s avonds ; gedurende de zomermaanden werd het sluitingsuur op 10 uur bepaald. Slechts bij bijzondere gelegenheden mochten deze uren verschoven worden (8).
De scherphamer |
DE MOLEN VAN HET KRUISKEN
Van de herberg « Het Kruisken » naar de plaats waar tot in 1937 de molen van de familie Standaert stond is slechts een stap.
Een der oudste documenten betreffende een molen te Adegem dateert uit de 12e eeuw. Tussen 1163 en 1177 verpacht de abt van de Sint-Pietersabdij een molen te Adegem aan een zekere Wormund. Deze Wormund krijgt levenslange pacht in ruil voor een pachtsom en het uitvoeren van welbepaalde onderhoudswerken (9).
In 1582 bestonden er reeds twee molens op Adegem : Joos Goethals en Cornelis Coppens « houden in pachte van mijn heere van Maldeghem de cooren muelene vande prochie van Adeghem voor XLIIII pond met IIII hoet rogghe meels » ; de « stampmuellene » werd gebruikt door Filip Martens en Pieter Dijserinck (10).