In 1421 gebeurden er verschillende reparaties aan de gebouwen van de hoeve :
- « Vanden woonhuuse tAltena te ver platene, eene nieven balke daer in leeghene, eenen langhen crommen stijl daer in te stellene, de peyboomen te vermakene, twee niuewe balken inde poert te doen leeghene, thout al te doen saghene ende al tiserwerc daer toe te leverne ».
- « Vanden vorn, huse te voetene ant suuthende al nieuwe ende ande westzide 7 voeten boven der erden ende 4 duemen ande stallen te verziene » (22).
In 1427 verliet Zeegher van Buederwaen het goed Altena. De broeders van het Sint-Janshospitaal poogden dan met knechten en meiden het landbouwbedrijf, dat in 1428 al 50 gemet landbouwland omvatte, voort te zetten. De broeders stuurden twee paarden met een wagen en twee « cachtelen » naar hun hoeve te Altena (23). Ook stonden zij twee vaarzen af aan Altena (24).
Voor 20 p. 8 sch. par. namen ze « 1 waghene, ploughen, heechden, harnasch, stringhen, goreelen ende ander » over van de afgaande pachter Zegher van Buederwaen. Verder kochten ze nog 7 « hoornebeesten » van hun oud pachter voor 38 p. 8 sch. par. Van de pachter van het goed ten Moere, Jan De Vulder, kochten ze een koe en een vaars voor 13 p. 16 sch. par. Tenslotte kochten ze nog « eene rune » voor 28 p. 16 sch. par. en een « verse » voor 8 p. 2 sch.par. (25).
Voor de bewerking van het land moesten de broeders veel lonen uitbetalen :
- 3 p. par. aan Willem Martins « van 5 ghemeten lands te bereedene ende up te zettene, omme te zaeyene ».
- 12 p. par. aan Willem De Meestere, « cnape van ziner huere ».
- 6 p. par. aan Marten De Langhe.
- 6 p. par. aan Pierkin Roedolf.
- 9 p. par. aan « Beate, tjoncwijf ».
- 10 p. 8 sch. par. aan Marten De Langhe om 52 dagen « wulghen te snoukene achter hove ».
- 51 sch. par. « van 8 1/2 g. te maeyene bi Martin De Langhe ».
Verder nog :
- 4 p. 16 sch. par « van evene ende rugghe te maeyene ende te peckene ende in te doene ».
- 18 sch. par. « vanden vlasse te wiedene ».
- 10 sch. par. « milden voors. vlasse te slitene ».
- 4 sch. par. « van messe te spredene ».
- 4 p. 11 sch. par. « van 14 appelhinte omme te potene ».
Ook kochten de broeders nog stro, lijnzaad en vissen (26).
Deze eigen uitbating van Altena werd echter geen onverdeeld succes, want in 1430 staken de broeders van het Sint-Janshospitaal 36 p. par toe aan de exploitatie van Altena (27).
Het Sint-Janshospitaal besloot dan ook het goed Altena opnieuw in pacht te geven. Pas in 1440 vonden de broeders van het Sint-Janshospitaal een vaste pachter in de persoon van Willem Bultinc die de hofstede met 70 gemet pachtte voor 50 p. 15 sch. par. Tijdens de periode 1442-1454 nam hij 90 gemet in huur voor 67 p. 10 sch. par. Voor de jaren 1452-1454 kreeg hij echter 50% afslag op de pachtsom om «’t quaede dat hij heeft bij de oorloghe » (28).
Het goed Altena ten oosten van het kanaal op het Plan Popp. 1860.
Bemerk ook hoeve Lichtervelde.