Op 15 juli 1695 kreeg de pastoor bezoek van de paters uit Eeklo. Dit bezoek hield meer dan waarschijnlijk verband met de kermis, die nu nog in het begin van juli doorgaat. De paters kwamen hier prediken en terzelfdertijd gebeurde ook de inschrijving in het Schapulier. Joosyntjen De Baets knapte de pastorij volledig op, alles werd grondig « ghescuurt ». Ook kookte Joosyntje voor de bezoekers. Zij ontving daar 0-3-3 voor.
Jan Baptist Cornelis kende weinig geluk in Adegem. Nochtans verliepen de eerste jaren niet slecht. De pastoor zorgde er onder andere voor dat er een relikwie van de H. Adrianus in Adegem kwam en in 1683 werd er toestemming verleend om een nieuw hoofdaltaar te bouwen voor de kerkpatroon. Een speciale omhaling mocht voor dit doel in de kerk gebeuren. In 1693 nog werd een nieuw O.L.Vrouw altaar gemaakt.
Toch schijnt Cornelis een bijzonder man te zijn geweest: reeds in 1687 en nog eens in 1696 wordt hij bij de Brugse bisschop aangeklaagd als « bibax et liberioris conversationis » (9).
Voor onze pastoor pleitten echter verzachtende omstandigheden. Adegem was voor hem geen paradijs. Denken we maar aan de onveiligheid van de streek, de brandstichtingen, het moeizaam hersteld krijgen van zijn pastorij, de onwil van de Adegemse kerkmeesters om ook maar enig geld daarvoor ter beschikking te stellen, de weigering van het « ghemeen van maldeghem » of zij van « intentie waeren van te helpen opmaecken zijn ghebrant huys » enz.
Dat hij zorg droeg voor het Adegemse zilverwerk bewijst het feit dat hij het liet overbrengen naar het Sint Janshospitaal van Brugge, waar een zuster van hem religieuse was.
De pastoor moet zich in Tardoes wel bijzonder eenzaam gevoeld hebben. Het is dan ook niet verwonderlijk, zonder het daarom goed te praten, dat hij zich al eens buitensporig gedroeg en wel eens teveel de « pastoor uit de bloeiende wijngaard » was. In 1695 trapte hij het dan ook af in Adegem.
Lieven van Damme ontving twee schellingen over « ’t voeren naer brugghe van het huyscatheyl van den heere pastoor ». Tevens liet Cornelis heel wat « graen, wynckelwaere en andere nootzackelijkheden » naar Brugge transporteern. In Brugge werd hij kapelaan in het Sint-Janshospitaal (10).
* *
*
Pastoor Ludovicus Mussele hield blijkbaar niet zoveel van het boerenbedrijf als zijn voorganger. Hij verpachtte bijna al de « pastorele landen » waarschijnlijk om zich wat meer bezig te houden met zijn ietwat verwaarloosde « kudde » ! Al het land rondom de pastorij werd in 1718 verpacht aan Cornelis Matthijs: « Den onderschreven bekent wel ende deughdelick verpacht te hebben aen Cornelis Matthijs die van gelijeken bekent ghepacht te hebben den nombre van vier sticken pastorie landt, gheleghen binnen de parochie van Adeghem, den pachter wel bekent, ronder enighe landt maete te moeten presteren
het eerste stick gheleghen noort ende Oost vande brugghe van het pastorele huys, het tweede gheleghen oost enden zuyt vande zelve brugghe ghenaemt den cingel, het derde gheleghen achter het Pastorele huys ende het vierde noordt daer achter ».
De pacht werd aangegaan voor 9 jaar ; de eerste betaling diende te gebeuren met « baefmesse 1718 ». De prijs bedroeg 3 pond 16 schellingen en 8 grooten per jaar « vrij suyver gheldt ».
Ook werd er nog gestipuleerd « dat den pachter sal verobligeert sijn op een van de twee sticken te laeten alsulck een gerspleyn als er van noode is tot bleecken van het lynwaet vande Pastors familie » (11).
HUIDIG UITZICHT
Ondanks zijn hoge ouderdom schijnt Tardoes redelijk wel de eeuwen te hebben getrotseerd. Boven de - nog originele ? - voordeur met waterplank bemerken we een rond venstertje om licht te trekken in de gang: ossenoog genaamd. Dit ossenoog is typisch voor voorname huizen.
Voor- en achterdeur zijn door een identieke gemetselde omlijsting omgeven. Hetzelfde motief komt nog tweemaal voor aan de omlijsting van de binnendeuren. De oorspronkelijke kruisramen alsmede de luiken zijn verdwenen. Het is niet onmogelijk dat de ankering vooraan wijst op het jaartal 168..., daar in 1683 het gebouw fel heeft te lijden gehad van Franse soldaten en het kort daarna hersteld is.