Die pastoor Christiaens kocht op 5 maart 1867, bij een toewijs door het ambt van Notaris Wallyn te Maldegem drie oude huisjes van de familie Vande Velde-Dupont, met een totale oppervlakte van 64a50ca gelegen in de Sectie H (dus het dorp). Deze grond staat beschreven als volgt : “gelegen tussen het gemeentehuis en de kerk, met ene tamelijke grote diepte vanaf de dorpsstraat...”. De koopsom bedroeg 11.500 fr, de notariskosten samen met de registratiekosten daarbij beliepen 749,52 fr.
In 1870 werden dan nog ruilingen gedaan met de gemeente, waarbij 15 aren grond werd afgestaan door het Bureel van Weldadigheid voor het bouwen van een meisjesschooi en 54a50ca zaailand wordt ingelijfd bij het reeds aangekochte onroerend goed door Pastoor Christiaens, zodat er voor de leefbaarheid van een hospice waarbij een boerderij moest komen, nu een betrekkelijk goed geheel was gevormd.
Later zijn er nog ruilingen en verkopen geweest, o.a. aan de familie De Lobel, waar nu nog Roza De Lobel woont. Ook de familie Tuypens woont op oorspronkelijke grond die in het complex van Pastoor Christiaens lag.
Zodra men kon besluiten waar een hospice kon opgericht worden, werden de nodige onderhandelingen gevoerd met de hogere instanties om toelating te verkrijgen tot het bouwen van een plaatselijk hospice. Na veel gevraag en verloop werd de toelating tot het bouwen verkregen, alsook de waarborg voor subsidie. De tekst van de officiële aanbesteding was als volgt :
“In 1872, op maandag 9 december had op het gemeentehuis van Adegem, de opening van de “biedingsbiljetten” plaats voor de aanbesteding van een hospice. Het voltallig bestuur van de burgerlijke Godshuizen was aanwezig :
Guillelmus Ed. Christiaens, voorzitter
Guido Herrebaut
Petrus De Reu
Ferdinand Van Brabant
Eduardus Willems : leden
Louis De Weert : secretaris
De opening, in aanwezigheid van de bieders en een persoon die telkens voor 2000 fr borg stond gaf volgende uitslag :
1. 54.990 fr : Desire Heysse van Eeklo; Johannes Heysse, lijnwaadfabrikant stond borg.
2. 65.917 fr: Theodore Beernaert uit Gent; borg: August Beernaert.
3. 57.740 fr : Frederick uit Sint-Joris ten Distel; Hilarius De Smidt, meester-timmerman uit Adegem, stond borg.
4. 53.400 fr : Domien Schatteman uit Gentbrugge; Victor Andriessen stond borg.
Het laagste bod kwam dus vanwege Domien Schatteman uit Gentbrugge die het werk toegewezen kreeg. (Rijksarchief, nr. 326 - stuk op zegel).
De plaatselijke commissie droeg bij voor 28.400 fr, het overige bestond uit een toelage vanwege de staat en de provincie, elk voor 16.500 fr en de gemeente Adegem gaf een toelage van 12.000 fr. Als opzichter van de werken werd de Adegemnaar Petrus De Bruyckere benoemd. Hij ontving hiervoor, mits een volle dag aanwezigheid, één frank.
32