Omtrent Adegem - Het Gemeentehuis


-
Omtrent Adegem - Het Gemeentehuis

Dezelfde dag rond 19 h werden nog bommen gegooid in de tuin van de pastorij en in het dorp. Te Adegem sneuvelden meer dan 80 soldaten op 24, 25 en 26 mei :

Onder de gesneuvelden op 26 mei bevond zich graaf Eugène de Hemricourt de Grünne. Hij was kommandant van het 7e Regiment Jagers te Voet. Samen met een 20-tal anderen ligt hij op ons kerkhof begraven. Op 28 mei werd een wapenstilstand gesloten. Het plaatselijk vliegveld, aangelegd in 1939 door het Belgisch leger, kwam in het bezit van de Duitsers. Van september 1940 tot de zomer van 1941 werd het ingenomen door Italiaanse soldaten en piloten. Het vliegveld werd verschillende keren zwaar gebombardeerd (2e paasdag 10 april, 27 april en 22 juli 1944). Op 19 juli vielen er twee bommen zeer dicht bij het dorp. En eindelijk kwam de bevrijding op 12 september 1944 door de Canadezen. Hun oprukken was zo snel dat ze te Balgerhoeke tientallen Duitsers aantroffen die aan het zwemmen en zonnebaden waren. De Canadezen werden echter opgehouden aan het Leopoldskanaal. Daar duurden de gevechten nog zes weken. Op 1 januari 1945 tijdens de hoogmis werd het vliegveld nogmaals gebombardeerd door Duitse brandbommen. Vijftien vliegtuigen gingen in de vlammen op, alsook de schuur en stalling van Camiel De Baets in de Kallestraat. In de zomer van 1945 werd een militaire begraafplaats aangelegd voor de Canadese gesneuvelden. De grond werd geschonken door de familie Standaert van Balgerhoeke. Op het ogenblik liggen er 1.094 soldaten. Slechts 34 konden niet geïdentificeerd worden. Ook Poolse soldaten liggen er begraven.

De zelfstandigheid van de gemeente Adegem eindigde op 1 januari 1977. Dan fusioneerde Adegem met Middelburg en Maldegem tot de nieuwe gemeente Maldegem.

22


HET GEMEENTEHUIS

door P. Van Cleemput

De eerste bedoeling en zorg van de gemeentelijke overheid in 1862 was het bouwen van drie nieuwe schoollokalen met een daaraan verbonden schoolhuis voor het schoolhoofd. De gedachte rijpte stilaan om ook in datzelfde gebouw de “secretarie” onder te brengen. Want, sinds de Franse Omwenteling was de gemeente Adegem voor het rechterlijke en burgerlijk bestuur los van het Ambacht Maldegem. De gemeente bleef echter een “voet in huis” hebben in het toenmalige gemeentehuis te Maldegem. Zij bezat er een derde deel in. De gemeente Maldegem betaalde 165,75 fr pacht aan het gemeentebestuur te Adegem, boven de lasten. In de onderhoudskosten van het gemeentehuis “tot Maldeghem” moest Adegem regelmatig bijdragen. Dit bedrag schommelde jaarlijks rond de 40 fr tot 80 fr.

Op 27 september 1832 doet Maldegem een eerste aanzoek om dat derde deel uit te keren. Het eerste voorstel over de waarde wordt niet aanvaard. Men onderhandelde verder en de overeenkomst werd afgesloten, zodat de gemeente van dan af, geen enkel recht meer bezat om gemeentelijke ambtsbezigheden te verrichten in het gemeentehuis te Maldegem. Deze transactie is mogelijks een gevolg van een door de hogere overheid rondgestuurde circulaire in 1829 (Hollands tijdperk) betreffende het onderwerp tot samenstelllng van gemeenten. De vraag door de hogere overheid gesteld behelsde de samenvoeging van de gemeente Adegem en Sint-Laureins met Maldegem. De Adegemse gemeenteraad besliste toen in zitting van 6 februari 1829 éénparig dit voorstel te verwerpen, omdat de gemeente toen reeds 3.468 inwoners telde, dat de bevolkingsaangroei voortdurend steeg, en dat ze bekwaam waren autonoom te besturen. Daarom rukte Adegem zich volledig los van Maldegem. Er mochten door het Adegems bestuur geen vergaderingen, noch zittingen meer gehouden worden te Maldegem. De overheid moest zijn toevlucht nemen tot het huren van een “raadkamer”.

Deze is op verschillende plaatsen geweest. Vermoedelijk was de raadkamer veelal in de woning van de burgemeester. Zo vernamen we dat er nog een raadkamer is geweest in het Broekelken (woning van Jules De Schepper). Van de volgende “secretarie” vonden we een degelijke beschrijving (onder het burgermeesterschap van Jean Vermeersch afkomstig uit Maldegem) : “Gepubliceert het nevenstaande arrêté op zondag 22 augusti 1818, na de hoogmesse, tusschen 11 en 12 ure in de voormiddag, binnen de commune van Adeghem : Den Burgemeester der Commune van Adeghem, overwegend dat verscheyde acten van administratie vereyschen ene publiciteyt en het locael alwaer dezelve behooren te worden uitgeoeffend door de gemeente gekent zij.

In aendagt nemende dat deeze commune tot alsnu is onvoorzien van een communaal huys ; dat onze précedeurs daar voren hebben gehouden verscheyde locaelen zonder dat te dien pointe eenige blijken existeren van deszelfs wezentlijkheid ; dat het tevens nasoir is dat alle publicatiën worden gedaen en geaffixeert aan het huys bewoont door Jacobus Willems, hergergier binnen deeze commune ;

23