Wie zich van het centrum van Adegem naar het zuiden van onze gemeente begeeft ontmoet onderweg heel wat oude wijken : Hoeke, Spanjaardshoek, Kruisken, Heulendonk, Kleemputte, Appelboom, Kerselare, Vierweegse en de Kruipuit. Over één van de wijken, het Kruisken namelijk, vonden we, her en der verspreid in verschillende archieven, heel wat materiaal dat we verzamelden om er de geschiedenis van deze wijk mee samen te stellen.
DE HERBERG « HET KRUISKEN ».
De herkomst van de naam biedt geen bijzondere moeilijkheden : het Kruisken ligt op de kruising van twee voorname wegen : de « heerwegh van maldeghem naer eecloo » en de « straete van de kercke naer de herberghe het cruijsken ». Het spreekt vanzelf dat er reeds vroeg bewoning was op deze plek die zo gunstig gelegen was dat er van oudsher een herberg bestond. De eerste sporen van deze herberg treffen we aan in het landboek van 1642. De herberg wordt in het « eerste begin ghenaempt den teirlijnck » als volgt beschreven : « Bertholomeus Verhuijs heeft een hofstede ghenaempt het cruijsken, oost suijt ende noort de straeten is groot vol landt 52 roeden » (1). Op het einde van de jaren 1600 was de herberg eigendom van de zeer welstellende Cyprianus Crul, die in 1668 burgemeester van het Ambacht Maldegem was (2).
Als uitbaters van de herberg treffen we achtereenvolgens aan :
1710 Lieven Danckaert
1727 Wed. Jan De Vogelaere
1737 Jan Crul
1740 Jan Van Hecke
1748 Jan Crul fs. Jan
1760 Jan Frans Vermeiren
1764 Pieter Vincke
Die Pieter Vincke bleef een hele tijd in de herberg wonen. Bij het opstellen van een lijst der herbergen op het Ambacht Maldegem wordt hij nog steeds als uitbater vermeld : « de herberghe het cruijsken dat daer uijtsteeckt ligghende 1 quaert zuijd van de kercke ghehouden door Pieter Vijncke van houden tijden zonder octroij » (3).
Nog in 1795 wordt Pieter als « aubergiste » vermeld. Hij was toen 70 jaar en woonde er met :
Pieter Vijncke, zoon, 29 jaar
Filip Vijncke, zoon, 22 jaar
Joannes Lievens, knecht, 20 jaar
Pieter Matthijs, werkman, 32 jaar, gehuwd met
Maria Vijncke, dochter, eveneens 32 jaar oud (4).
In de 19e eeuw bleef de familie Vijncke op het Kruisken wonen. Coor Vijncke (Cornelis) had 6 dochters en 1 zoon.
Al die jonge dochters deden het herbergbezoek natuurlijk stijgen ! De kappers, halve pinten en kleine druppelkens werden dan ook danig verkocht.
Het Kruisken op het Plan Popp (1860).
Vooral bij het bolspel - de bolbaan lag achter de herberg - werd er menig glaasje achterovergedrukt : de « venstertablette » stond steeds vol met meestal lege glazen !
Cornelis Vyncke, « meester kuiper en tapper », zag het levenslicht op 19 april 1811. Hij huwde met Marie Thérèse Dhaenens, geboren in 1807, overleden in 1890.
Het echtpaar kreeg volgende kinderen : Nathalie (1835), Eduard (1836), Pelagie (1842), Amelie (1845), Prudentia (1846), Melanie (1850) en Julia (1852).
De Vos Marie-Thérèse was er dienstmeid.
Gedurende een hele korte periode verbleef de familie Dikbus eveneens in de herberg.
Op het einde van de 19e eeuw woonden alleen Eduard, Prudence, Melanie en Julia in de herberg (5).
Op 25 oktober 1932 tenslotte werd « het woonhuis met stalling, werkplaats, boomgaard en medegaande erve » door het laatste overblijvende lid van de familie Vyncke, Prudence namelijk, verkocht aan Alfons Thijs, rijkswachter. Prudence verbleef toen in het Rustoord van Adegem. Haar broer Eduard was reeds overleden in 1923, haar zuster Melanie in 1930 en Julia overleed een maand voor de verkoop, op 27 september 1932.
De gehele eigendom, groot 37 a 70 ca, werd verkocht voor 45.000 Fr.
Alfons Thys kon genieten van een vermindering van registratierechten, maar een der voorwaarden was dat hij zijn onroerend goed « noch geheel nog gedeeltelijk als drankslijterij mag gebruiken binnen den termijn door de wet bepaald ».
Daarmee kwam dan ook een einde aan het bestaan van een eeuwenoude herberg op het Kruisken. Alfons Thijs liet het bestaande huis afbreken en bouwde er een nieuw. Voor het « metswerk » rekende aannemer M. Van De Kerckhove in 1938 de som van 18.200 fr. ! (6). Het is het huis op de hoek van het Kruisken met de Verbranden Bos.