Adegemse Hoeven - Het Goed van Malecote (12)


-
Adegemse Hoeven - Het Goed van Malecote (12)

tegelijk aan het werk. Baas Serafien had vlug in de gaten waar de « schone » en de « niet-schone » wiedsters zaten (en we bedoelen hiermee het werk !) De niet-schone werden alras de laan uitgestuurd.

Ook met het inwonend personeel, zo'n achttal mensen, maakte Serafien soms korte metten. Zo was het hem eens ter ore gekomen dat er een knecht wat te lange vingers kreeg. Serafien, die op de « voute » sliep, nam 's nachts zijn tweeloop mee. De paardeknecht verscheen in het donker en zijn heer schoot ernaar « om hem t’ hebben ». ’s Anderendaags mocht de knecht niet meer te zien zijn op het hof. Telkens als hij er met zijn ezel op uit trok had hij een geweer bij zich. Het beest verschoot zelfs niet meer als zijn meester een salvo loste.

Het spreekt vanzelf dat de heer zich niet bezighield met al dat personeel. Die zorg liet hij over aan zijn meesterknecht, de « opper knecht » of « de conterboer ». Hij was de baas over de paardeknechten, wierf volk aan en mocht er ook wegsturen. Op het hof waren er zo'n 10 à 12 paarden en 2 troepen schapen, geleid door twee herders (schapers). Een eigenaardigheid van het land dat bij Malecote hoorde was, dat alle partijen twee uitwegen hadden.

Baas Serafien moest zijn eigendom praktisch niet verlaten om ’s zondags naar de kerk te gaan. Dit gebeurde meestal met de koets, maar ook de ezel werd er wel eens voor gebruikt.

Vlakbij het hof lag de Boomakker (waar nu Mr. Van den Broecke zijn aanhangwagens fabriceert). Deze werd bezaaid met ginst, die goed gedroogd werd en in mijten werd gezet: uitstekende brandstof om de broodovens te verhitten. Ook was de Boomakker de plaats waar de « hoppers en mijten » werden geplaatst.

Bij de begrafenis van Serafien - met de allerhoogste dienst - lag de vloer van de kerk bedekt met stro vanaf de ingang tot aan de communiebank. Een oud gebruik dat nu volledig verdwenen is (50).

Vermelden we nog dat Serafien, zowel als Amelie, de kerk van Adegem rijkelijk in hun testament bedachten. Zo moest Amelie begraven worden met de allerhoogste koordienst, er moest 125 kilogram tarwe, « gebakken in brood » worden uitgedeeld aan de armen en er dienden nog eens 500 gelezen missen ter harer zielezaligheid worden opgedragen.

**
*

De hoeve werd verkocht op 5 april 1897 op het Vredegerecht te Eeklo, door de erven Willems.

« Onder Koop één is toegewezen en verkocht geworden aan Petrus Huyghe landbouwer te Sint-Laureins, mits zijn gebod van vijf en twintig duizend een honderd francs, boven de bedongen kosten en boomprijs, het volgende goed:
Eene schoone en welbekende hofstede genaamd Malekote bestaande uit een voornaam en gerievig woonhuis, ruime schure en stallingen, medegaande boomgaard zaai- en weilanden enz enz.
Alles staande en liggende te Adegem nabij de statie van Balgerhoeke, de groote baan van Gent naar Brugge, en de vaart van Schipdonk, gekadas-


Petrus Huyghe (1852-1945) en Amelie Geirlondt (1870-1946) met hun kinderen
Petrus Huyghe (1852-1945) en Amelie Geirlondt (1870-1946) met hun kinderen Clara, Irma, Jules, Clement, Yvonne, Raymond, Elza en Alice.

treerd sectie 533 tot en met 546, 548 tot en met 554, groot 10 hectaren vijf en negentig aren tien centiaren. En daarbij het westelijk deel van nr 532 voor zover het aan nr 533 en 537 ten zuiden en nr 540 ten oosten paale, zijnde aldus bloksaf groot omtrent negen en dertig aren.
Te zamen elf hectaren vier en dertig aren en tien centiaren.
Het goed wordt verkocht bij den blok en niet bij de maat » (51).

Van die « schoone en welbekende hofstede » bleef in 1918 niet veel meer over. De gebouwen werden zwaar beschoten vanuit de Moerstraat. Bij een stormloop naar de hoeve vielen vier doden. De hele familie Huyghe schuilde toen in de veilige kelder.

Als fait-divers vertelde de huidige bewoner van de hoeve, Clement Huyghe, dat een Duits officier, betrokken bij de gevechten van 1914, in 1940 de hoeve als Duits generaal bezocht, zij het dan in heel wat minder dramatische omstandigheden.

Tijdens de tweede wereldoorlog werd er opnieuw heel wat schade toegebracht aan de hoeve, vooral toen men op 24 mei 1940 de spiksplinternieuwe brug in de lucht liet vliegen : een eerste ontploffing om kwart over twaalf had maar gedeeltelijk succes ; de brug was niet totaal vernield. Een tweede ontploffing, een uur later, vernietigde de brug totaal. Men had echter vergeten de omwonenden te verwittigen, zodat op Malecote alle ruiten aan diggelen vlogen. « Het was alsof de wereld verging », zo vertelden Clement en zijn zuster Elza ons.