Van het Goed ter Heiden lijkt ons enkel de deuromlijsting nog origineel te zijn. De twee gehalveerde vensters links van de voordeur vonden we bij geen enkele andere hoeve terug. Binnenin wordt het plafond geschraagd door drie zeer zware moerbalken met tamelijk mooie insnijdingen. De monumentale open haard verdween in 1946. Bij het leggen van een nieuwe vloer in de leefkamer ontdekte men, dicht bij de open haard, een put. Deze was bedekt met een houten deksel, rustend op vier blokken. De put kon plaats bieden aan ongeveer twee man. Het ontdekken van die put zo midden in de leefkamer wekte natuurlijk eenieders nieuwsgierigheid op ! Pachter Vermeulen groef hem uit tot op een diepte van anderhalve meter. Vruchteloos echter: er werd niets gevonden. Waarschijnlijk diende hij om geld of andere kostbaarheden te verbergen in tijden van oorlog of onrust. Vergeten we daarbij ook niet dat het Goed ter Heiden tamelijk afgelegen ligt en daardoor gemakkelijk het doelwit kon worden van een of andere bende. Geld en sieraden moesten dus op een veilige plaats kunnen verborgen worden. Iemand opperde zelfs de mogelijkheid dat er misschien mensen in verborgen hebben gezeten tijdens de Franse overheersing, wat ook niet onmogelijk is ! Kortom, een put zonder schatten erin, wel met raadsels.
De oude kelder dicht bij de woonplaats is heel wat verkleind door het ophogen van de vloer. Een kelder is nu niet meer zo noodzakelijk als vroeger, vandaar dat hij nu eigenlijk meer dienst doet als « koele berging » zoals men dat tegenwoordig noemt. Wel zijn in de kelder nog de oude gewelven te zien: zij tonen ons oud metselwerk.
Het voormalige koetshuis (sjeeskot) werd rond 1800 gebouwd met afbraakmateriaal van het kasteel van Oostwinkel. Dit kasteel (of wat ervan overbleef) stond in de Dreef. Ook de draaitrap van de molen van het vroegere kasteel bevond zich in het koetshuis, maar is nu helaas verdwenen.
In de schuur en de schaapstal (die nu dienst doet als opslagplaats voor het hooi) zijn de oude eiken balken verbonden door middel van houten pinnen. De schaapstal ziet er een heel oud geval uit. Het oorspronkelijke rieten dak van de schuur werd in 1938 vervangen door een pannendak. Van de stenen toegangspoort is geen spoor meer te bekennen, terwijl de omwalling eveneens verdwenen is: men begon ze te vullen tijdens de werken aan Veldekensbrug. In 1971, bij de aanleg van de ruilverkaveling, verdween de omwalling definitief. In hetzelfde jaar moest ook de boomgaard eraan geloven. Het uitzicht rondom de hoeve is door dit alles ten zeerste gewijzigd. Alles is er nu vlak en eindeloos: noch tronk, noch populier storen er het landschap.
De vooruitgang heeft ook hier hard toegeslagen.
Ondanks dit alles bemerkt men onmiddellijk dat deze hoeve niet zomaar de eerste de beste is ! Pachter Vermeulen is dan ook heel fier op zijn doening en kan er lang en met genoegen over vertellen ! Ter gelegenheid van het Jaar van het Dorp werd aan de familie Vermeulen-Willems dan ook terecht een oorkonde verleend door het College van Burgemeester en Schepenen van Maldegem met volgende tekst : « uit aloude archieven, chronycken of kaarten, uit de volksmond en uit de overlevering is ons bekend dat deze namen (i.c. Goed ter Heiden) zinrijk en authentiek zijn. Door het verleden bestendigd verdienen zij door ons erkend en voor de toekomst gevrijwaard te worden ». Dit charter hangt in de « beste kamer » en werd ons door de fiere bewoners met gepaste trots aangewezen !
Richard Vermeulen en Camilla Dombrecht - Pachters van 1927 tot 1962.