Rond het Station - alleen de sporen bleven... |
Bijdrage van Hugo Notteboom Uit : 100 jaar Adegem, Maldegem, Middelburg - Een uitgave van
de Heemkundige Kring Het Ambacht Maldegem
1986. Wat een "kopke" doen kan... Wat weinigen weten is het feit dat de letterkundige Emiel De Graeve († 1903) gehuwd was met een der dochters Bollaert uit de herberg "De Vrede", helemaal rechts op de prentkaart. Door toeval was Emiel De Graeve in de herberg terechtgekomen. Zo dicht bij Maldegem zijnde, besloot hij een briefje te schrijven aan zijn Maldegemse vriend Victor De Lille. De dochter zat ondertussen ook een brief te schrijven, niet in de gelagzaal maar in het "zwijnskot"! Het toeval wilde dat er slechts één "kopke" in huis was: moeder Bollaert ging dan maar naar het postkantoor om er te halen. Ondertussen raakten beide jongelui in gesprek, keken mekaar nogal diep in de ogen en een maand later waren ze getrouwd! De Graeve schreef over dit wondere huwelijk in zijn boek "Door eene poort". Hij publiceerde ook in "De Vlaamsche Kunstbode", "Dietse Warande" en "Het Belfort". Charles Louis Bollaert was een gekend figuur in Adegem. Tot tweemaal toe probeerde hij zich in de gemeentepolitiek te gooien: in 1881 kreeg hij 41 stemmen achter zijn naam; in oktober 1887 kwam hij zelfs helemaal alleen op : toen bekwam hij 63 stemmen. Meer succes had hij met ringstekingen die hij telkens ter gelegenheid van de oktoberkermis organiseerde. In 1871 maakte hij er zelfs een tweedaagse van! De eerste kreeg een zilveren uurwerk, de verstkomende kreeg een "korinte brood". De laatste deelnemer kreeg zelfs nog een echte zweep. Op de hoek links staat meester Edmond De Baets. Herpelincks Molen of "de Statiemolen" Op 29 april 1878 werd "eenen Kloeken Steenen Olie- en Koornwindmolen met Pel- en Gortwerk, onlangs nieuw, alsmede het woonhuis, alles gelegen op 50 meter van het Station" in de herberg Sint Sebastiaan bij August De Pré openbaar verkocht. Het was Theodoor Herpelinck die de molen kocht aan Ferdinand Cuelenaere, die hem op zijn beurt had gekocht van de familie Pots. Het was trouwens de weduwe Servatius Pots-Crispyn die deze mooie stenen molen liet bouwen. De officiële toelating daarvoor bekwam ze in november 1823. De Herpelincks bleven de molen bemalen tot in 1918. In de jaren 1920-1925 werd hij afgebroken omwille van het feit dat hij erg gehavend uit de oorlog was gekomen en niet meer te herstellen was. Ook hier speelde de "mecaniek" een rol: de in 1905 geplaatste stoommachine maakte het malen met de wind overbodig! De laatste trein... Met jolijt, maar ook met spijt namen een groep Adegemnaren op 1 juni 1957 afscheid van hun trein. De treinwachter ontving zelfs een ruiker bloemen uit de handen van Odile Savat. Op de opname zien we verder: Erik Pauwels, Jackie Pauwels, Yvonne De Lobel, ... Trenson, Emiel Fevery, Christiane en Marie-Thérèse Pauwels, Germaine De Lobel, mevrouw Julien De Pau-Geirnaert en Raymond Pauwels. Alleen de sporen bleven...
De inhuldiging van de spoorweg in 1862 mocht ook in Adegem niet onopgemerkt voorbijgaan. De gemeenteraadsleden machtigden de heren schepenen "den heer Concessionaris met zijn gevolg te onthalen, hem den erewijn te schenken en de aankomst en vertrek van den trein met kanonschoten te laten begroeten". Deze korte Adegemse plechtigheid verzonk in het niet bij hetgeen de heren in Maldegem te wachten stond! De lijn Eeklo-Brugge werd uitgebaat door een andere maatschappij dan deze die zich bezighield met de lijn Gent-Eeklo. Eeklo-Brugge was zeer verlieslatend: na vijf jaar exploitatie bedroeg het verlies 784.712 frank! Op 22 februari 1878 ging de maatschappij zelfs over de kop: de verdere uitbating werd verzekerd door de maatschappij Gent-Eeklo, doch toen reeds gingen stemmen op het hele zaakje te laten overnemen door de Staat. Op de opname van het kleine Adegemse stationnetje poseert een fiere Jan Kokken, die in 1925 met pensioen ging na meer dan vijftig jaar onberispelijke dienst bij de Spoorwegen. De drie personen op de opname bevinden zich op het "houten" perron ("de duivel"), dat telkens werd verwijderd wanneer de trein vertrokken was: het zou immers het verkeer naar het Broekelken onmogelijk hebben gemaakt. De spoorweg bracht Adegem weinig baat: kolen, hout en "vette" waren zowat de enige producten die verhandeld werden. De laatste stationschef
Oscar Lateste, laatste Adegemse stationschef, draait zijn barreel voor de laatste keer dicht. De trein stoomde iets langer dan een eeuw doorheen Adegem, zonder noemenswaardige ongevallen te veroorzaken. Zoals bij elk spoorwegman was ook bij de heer Lateste veiligheid de hoofdzaak en het is dan ook aan hem en aan zijn attente voorgangers te wijten dat het reizen per spoor het veiligste middel was om zich te verplaatsen. Toch was er in mei 1925 een onverlaat die trachtte een telefoonpaal op de sporen te doen terechtkomen "tusschen den hof van villa De Prest en de gele villa van den Amerikaan". Van de dader geen spoor tot veldwachter Cauwels hem in Eeklo bij de lurven vatte. Het bleek om een onevenwichtige te gaan die veertien jaar eerder reeds hetzelfde vergrijp had willen plegen. |