aankoop van grond, gunstig gelegen in het centrum van het dorp. Om de machtiging tot aankoop van deze gronden te bekomen bij de hogere Overheid werd een schrijven tot de toenmalige Minister gericht waarin als bijzondere motieven tot aankoop het volgende naar voren werd gebracht : “Overwegend dat de voorgestelde plaats voor het oprichten van schoolgebouwen zeer geschikt is, en aan alle vereisten van goede gelegenheid en gezonde ligging voldoet ; Overwegend dat het verwezenlijken van deze noodzakelijkheid de afbraak zal noodzakelijk maken van twee “afzigtelijke” gebouwen, waaronder een zeer laag huisje waar al het te samen vloeit dat op het dorp valt en alzo “bij tijden enen stinkenden poel vormt”, en een “verkenskot met gemakhuis, die opgericht zijn tegen den openbaren weg te midden van het Dorp, en voor gevolg zal hebben het supprimeren van enen vuilnisgracht die bestaat tusschen de eigendommen De Prest en Van de Velde. Daarom... enz.”
Vooraan rechts bemerkt men de herberg “In den Hert”. Deze herberg deed een hele tijd dienst als gemeentehuis.
26
Er komt gunstig advies en de aankoop van de grond bestemd voor de drie schoollokalen en het woonhuis wordt door het ambt van Notaris Wallyn te Maldegem, afgesloten. De familie De Prest verkoopt 8a 50ca (Sie H. Nrs. 71-72 en 74) voor de som van 2.500 F. Aan Van de Velde Cesar wordt 2a 50ca (nr 73) gekocht voor 600 F.
Bij Koninklijk Besluit van 5 oktober 1862 wordt machtiging verleend tot het oprichten van drie nieuwe klaslokalen met ambtswoning en secretarie. De subsidie wordt beloofd... Deze toelage komt echter op de lange baan terecht en de gemeentelijke overheid wacht.
In zitting van 8 april 1863 besluit de raad aan te dringen en één der voornaamste redenen wordt als volgt gemotiveerd: “De school is in zulke erbarmelijke toestand dat de zoldering is moeten met balken onderschraagd worden om mogelijks ongelukken te vermijden, of te voorkomen. De school is nauwelijks groot genoeg, om volgens de verordende schikkingen 50 leerlingen te plaatsen, en daar er tegenwoordig 120 en des winters zelfs 170 leerlingen naar de school komen, moeten zij opeengeperst zitten. Overtuigd dat de voortduring van deze “beweenlijke” toestand gestadige gevaren oplevert voor het leven en gezondheid van de kinderen, die ten getale van 120 naar de school komen, in een plaats van 63 meters oppervlakte en 184 kubieke meters lucht”.
De raad wendt zich tevens tot de Heren Voorzitter en leden van de Bestendige Deputatie om voormelde staat van zaken “bloot te leggen”, en eerbiediglijk, maar krachtdadig aan te dringen om zodra mogelijk het ontworpen werk te subsidieren.
Burgemeester De Weert geeft niet op. Met de middelen te zijner beschikking laat hij de zaak niet meer los. Begin 1864 werd er gestart met de bouw van een nieuwe ambtswoning waarin ook een raadzaal en het secretariaat was voorzien. Aannemer Beert-Campens was de laagste aanbieder en voor de som van 17.974 fr werden drie schoollokalen en een ambtswoning voor het schoolhoofd gebouwd. Tot surveillant van de bouwwerken werd van gemeentelijke zijde benoemd: Sieur Eduard De Pré, timmerman te Adegem, die bij de stemming 9 stemmen bekwam tegenover Francis De Smidt één stem. Hij ontving hiervoor 2 fr per dag, mits een volle dag aanwezig te zijn op het werk, om zijn toezicht naar behoren te kunnen doen.
De ingemetselde arduinen blok in de zuidmuur nabij de zij-ingang van het gemeentehuis vermeldt de namen van het schepencollege, de architect en de aannemer. We lezen : 1864 Desire De Weert, Burgemeester, G. Herrebaut en P. De Reu, schepenen, L. De Weert, secretaris, Th. Bureau, bouwmeester, C. Beert-Campens, Ondernemer.
Architecturaal is het gebouw niets bijzonders, doch we moeten dat ook historisch bekijken : de gemeentekas was destijds niet zoals het tegenwoordig gaat. De toelagen waren vroeger maar povertjes en men moest “zaaien naar de zak”.
Mr. Stoens is het eerste schoolhoofd geweest met een ambtswoning, nadien was het Mr. Van Cauwenberghe, en na hem werd het schoolhuis het laatst bewoond door de Heer Gustaaf Boute. Meester De Baets die schoolhoofd werd na Meester Boute heeft niet meer in de ambtswoning als
27