Historiek van Adegem |
Bijdrage van Hugo Notteboom Uit : 100 jaar Adegem, Maldegem, Middelburg - Een uitgave van
de Heemkundige Kring Het Ambacht Maldegem
1986.
Het dorp Adegem, waarvan de naam al in 840 in de bronnen opduikt, behoorde bijna zeker tot de grafelijke fiscus Madlingem. Reeds in 1029-1030 wordt een "ecclesiam Adingem" gesitueerd in "pago Flandrense" de parochie Adegem kan dus bogen op een meer dan respectabele ouderdom, want vooraleer een kerk werd gebouwd moest er een stabiele en numeriek vrij grote gemeenschap aanwezig te zijn. De ontwikkeling van het dorp verliep stereotiep: vanuit een bestaande bewoningskern deinde het in cultuur gebrachte land in de loop van enkele eeuwen steeds maar verder uit. De laatste grote ontginningsperiode kende ook hier gedurende de l3de eeuw haar verloop: toen werden de zuidelijk gelegen Adegemse velden in cultuur gebracht. Op bestuurlijk vlak behoorde Adegem tot op het eind van de 18de eeuw bij het Ambacht Maldegem, waar in het "Collegie van Schepenen" steeds twee Adegemse afgevaardigden zetelden. Kerkelijk ressorteerde de O.-L.-Vrouwparochie tot 1559 onder het bisdom Doornik (pas na de godsdiensttroebelen in de 15de eeuw werd de H. Adrianus patroon van Adegem). Daarna behoorde ze bij het bisdom Brugge, om vanaf 1802 aan het bisdom Gent te worden toegevoegd. Tot aan het eind van de 16de eeuw genoot de Adegemse bevolking ongetwijfeld van de politieke, maatschappelijke en religieuze stabiliteit die eeuwenlang onze contreien kenmerkte. Stabiliteit die weliswaar nu en dan zeer ernstig werd verstoord. In de 16de en 17de eeuw werd dat enigszins anders: bezettingen, brandschattingen en wandaden bedreven door vreemde (of "bevriende") troepen waren schering en inslag! Zo werd de kerk geteisterd door beeldenstormers (1575?) en in 1683 wordt het dorp door plunderende Fransen leeggehaald en in brand gestoken. "Verlos ons van de woede der Fransen" was beslist geen ijdele aanroeping in die jaren. De 18de eeuw, eeuw van keizerin Maria Theresia, bracht rust en voorspoed voor de uitgeputte bevolking. Nieuwe landbouwmethodes, aanleg van wegen, verbetering van de verkeersmiddelen, enz. deden de levensstandaard gevoelig stijgen. Keizer Jozef II, zoon van Maria Theresia, poogde ietwat onhandig de oude instellingen te reorganiseren. Zo moest pastoor Dhoedt zich verscheidene keren naar Gent en Brussel begeven in verband met de "amortisatie" van de kerk en armgoederen. Al de hervormingen van de Keizer-Koster leidden in 1789 tot de Brabantse Omwenteling de Oostenrijkers werden uit het land gedreven en de bevolking kreeg een voorproefje van het Franse "égalité, fraternité, liberté". Het hoeft dan ook niemand te verwonderen dat het kortstondig herstel van het Oostenrijkse Bewind door de hele bevolking feestelijk werd gevierd. Helaas! In 1794 vielen de Fransen opnieuw ons land binnen, deze keer voorgoed. De Moderne Tijd was aangebroken.
Sedert het begin van de eeuw werd de omgeving van de St.-Adrianuskerk drastisch gewijzigd. De gerestaureerde (en geklasseerde) Romaanse toren is veruit ons mooiste oudheidkundig monument.
Ida Borgonjon, echtgenote van August De Meyere, |