De Adegemse Duinen |
Bijdrage van Hugo Notteboom Uit : 100 jaar Adegem, Maldegem, Middelburg - Een uitgave van
de Heemkundige Kring Het Ambacht Maldegem
1986. We zijn aangekomen bij de Adegemse Duinen. De "groote baan" werd voor het eerst "gekasseid" onder het bewind van de keizer-koster Jozef II. Vroeger werd de "Antwerpschen heerweg" ook wel "den breeden wegh" genoemd: men moest immers voldoende ruimte hebben om met koets of diligence uit te wijken wanneer de weg 's winters in een ware modderpoel werd herschapen! Rechts zien we het huis van stoker Potvliege, een zeer welstellend man die een belangrijke rol speelde in het politieke leven van Adegem. In 1831 hoorde de stoker het kanongebulder van de gevechten nabij Strobrugge. De angst sloeg hem om het hart en in zeven haasten verstopte hij een beurs met goudstukken in een boom. Hij haalde ze er al even vlug weer uit toen een obus dichtbij de stokerij neerplofte. In 1854 verloor stoker Potvliege het niet onaardige bedrag van 1200 fr in goudstukken. Karel Goethals, een straatarme Adegemse sukkelaar vond de beurs en bezorgde ze aan de rechtmatige eigenaar terug. De jonge Karel ontving 25 fr. als beloning en werd levenslang in dienst genomen! "Eenen loffelijken daad, gezien de armoedige omstandigheden van de familie", schrijft de Eeclonaer. Ja, zulke histories fleurden het sombere leven enigszins op. Voor de herberg "Sint-Eligius" bij smid Ginneberge staat een hond met kar te wachten op een teken van zijn baas om te vertrekken. En helemaal op de achtergrond zien we nog een herberg staan: "De Luchtreizigers" bij Bernard Bonne. De foorreizigers die de Adegemse kermis aandeden werden steevast door Bernard geholpen: deze noemden het pleintje waarop hun attracties stonden dan ook het "Sint-Bernardplein" en dat is tot op de dag van vandaag zo gebleven! In het geboomte achter de wegwijzer staat de woning van meester Lievens en de gezusters Ginneberge, en verder is er links niet veel meer te zien. De smidse Eduard Ginneberge.
Deze smidse was gelegen op de hoek Dorpstraat - Staatsbaan, op de plaats waar later Albert D'havé zijn beenhouwerij had. Op de foto van 1899 bemerken we v.l.n.r. de meid Wieze Van der Jeugt, Eduard Ginneberge, de knecht Trifon Claeys, Remi Serlet, Cyriel Ginneberge, Nathalie Diet met op de arm Prosper Ginneberge, Frans, Richard en Oscar Ginneberge. De "Groote Baan" enkele jaren later... De cliënten hebben Sint-Eligius verlaten om de fotograaf te plezieren. Eén blijkt zelfs met zijn fiets uit de herberg te komen. Links zijn er heel wat woningen bijgebouwd, o.a. de herberg van Henri De Schepper en de woning met de puntgevel van koster Tuypens. Onopvallend maar toch uniform is de bouwstijl uit die jaren. Luttele maanden na deze opname - die trouwens diende voor een nieuwe prentkaart - werd rijksweg nummer 10 rechtgetrokken en verbreed (1937-38). Daardoor verdwenen er heel wat woningen, o.a. Bernard Bonnes herberg "De Luchtreizigers". Sint-Jozef en Sint-Sebastiaan Links zien we villa "Sint-Jozef" waar de familie De Prest een bloemisterij bezat, wel een unicum voor Adegem. Kort na de oorlog veranderde burgemeester-dokter Jozef De Prest de woning in een imposante villa. Toen was ervan de bloemisterij allang geen sprake meer. Wat verder zien we de herberg Sint-Sebastiaan van de kinderen De Pré : hier was het dat de zangmaatschappij, voorloper van de V.V.A., haar lokaal had. De De Prés waren bijzonder goede muzikanten! Naast de Kalsijde zien we een aparte weg voor het vee. Dit was bijzonder hinderlijk voor de fietsers. De "snelwielfietsers" deden dan ook een aanvraag bij het Adegemse gemeentebestuur om een degelijk fietspad aan te leggen. Dit stuitte echter op een weigering van verschillende gemeenteraadsleden: "'t zou teveel nadeel aan de boeren brengen..." Dokters Guido en Jules Herrebaut
Dokter Guido Herrebaut (1816-1905) vestigde zich omstreeks 1845 in Adegem langsheen de Staatsbaan in de woning van chirurgijn Pots die waarschijnlijk aan de gevolgen van de cholera was overleden. Dra was dokter Herrebaut een geziene figuur in zijn nieuwe gemeente: hij werd gemeenteraadslid, schepen, voorzitter van de kerkfabriek, lid van de Burgergodshuizen, enz. Zijn zoon Jules (1857-1945) trad in de voetsporen van zijn vader. Zijn diepe sociale bewogenheid, zijn voorbeeldig geloof, maar vooral zijn menslievendheid maakten hem zeer geliefd. Op 1 oktober 1934 werd hij ter gelegenheid van zijn gouden doktersjubileum door de ganse Adegemse gemeenschap in de bloemetjes gezet. |