Het graan werd op een grote hoop gelegd, hier noemt men dat een "opper".
De opper's bestonden meestal uit een duizendtal "schoven"
of bussels.
Het was de bedoeling als dat men op een dag tijd een opper kon dorsen.
De meeste boeren hadden een grote schuur, maar toch kon men daar niet
alle oogst in opslaan.
Tijdens de wintermaanden werd het graan gedorst.
|